Bent u op zoek naar specifieke informatie?
Gebruik dan het onderstaande zoekveld.
|
Het Huis van gemak![]() Al in 1698 vroeg de toenmalige eigenaar van Westerstraat 270, in
de aktes: “het huis gelegen ten oosten van het Groesewegje”,
toestemming aan de vroedschap om er een “tapneeringe” te mogen
vestigen. De plek was voor een horeca gelegenheid, zo vlak achter
de stadspoort, uiterst gunstig. In een akte uit 1761 heet het pand
voor het eerst ‘het Huis van Gemak’.
Waarschijnlijk had het die naam al eerder, maar dat is niet meer na te gaan. Het is wel een zeer fraaie naam voor een logement. Tot 1858 is het een logement geweest. Een aantal keren is er voor een inventaris opgemaakt. Daaruit blijkt dat de voorkamer de gelagkamer was, met in 1819 bijvoorbeeld een hangtap met 20 kelkjes, maar ook 3 Engelse theepotten. ![]() In 1809 bracht de kunstkenner Abel van der Willigen een bezoek aan
Enkhuizen. Hij logeerde in het logement Het Huis van Gemak. In een
gedicht beschreef hij dit verblijf: Eerst bleek het logement leeg,
maar na wat geroep hoorde hij een flauwe stem uit de bedstede. Het
bleek de kastelein te zijn die ernstig ziek op bed lag. Na het eten
van een maaltijd met taai, dun vlees, dunne wijn en sla “niet om te
proeven”.
Gelukkig was het bed tamelijk goed, zelfs zonder luizen en vlooien. Maar door het gebulder van de wind, die woei dwars door de bedstede heen en het klapperen van de ramen werd het een slapeloze nacht. Het laatste vers van het gedicht luidt dan ook: En echter was dit logement, Dit moet ik niet vergeten Hoe zeer ’t ons niet gemakkelijk scheen “Huis van Gemak” geheten. |
|